Op dit moment is het marktaandeel van de bijzondere waterstofauto Toyota Mirai nog te verwaarlozen, maar Toyota voorspelt een forse groei voor deze aandrijfvorm in de niet al te verre toekomst. Om daar klaar voor te zijn, gaat het merk nu alvast van start met de bouw van een nieuwe productiefaciliteit.
Die faciliteit, waar brandstofcelpakketten zullen worden gebouwd voor gebruik in zogenaamde FCEV’s ( Fuel Cell Electric Vehicles), komt te staan op het terrein van de bestaande Honsha-fabriek in Toyota City in Japan. Daar worden de brandstofcellen voor de Mirai op dit moment geproduceerd in een bestaand gebouw, maar in de nabije toekomst krijgt deze productielijn z’n eigen pand. Dat is geen weggestopt schuurtje, maar een modern gebouw dat verdeeld over acht verdiepingen een vloeroppervlak van 70.000 m2 heeft.
Ook voor de productie van de benodigde brandstoftanks worden maatregelen getroffen. De tanks moeten van de band gaan rollen in de bestaande Shimoyama-faciliteit, maar krijgen daar een eigen productielijn. Daardoor kunnen ook hier grotere volume’s worden behaald dan het geval is bij de huidige productie in de eerdergenoemde Honsha-fabriek.
De verhuizing van de genoemde productielijnen is volgens Toyota hard nodig, want het merk is niet van plan om altijd op het huidige niveau van 3.000 waterstofauto’s per jaar te blijven. De Japanners voorspellen dat deze autosoort een vlucht neemt en na 2020 goed moet zijn voor zo’n 30.000 stuks per jaar. Een derde daarvan blijft in het thuisland, de rest wordt geëxporteerd. In Japan is de brandstofcel-techniek overigens ook op dit moment al niet voorbehouden aan de Mirai. De Japanners introduceerden eerder ook al een bus op waterstof en hopen daar in de aanloop naar de Olympische Spelen van 2020 zo’n 100 exemplaren van te verkopen.
Bron: Autoweek.nl
Laat wat van je horen