The king is back. En dat heeft te lang geduurd, want de voorlaatste Supra zwaaide al af in 2002. Met een Toyota topman die zelf van rijden op de Nurburgring houdt, ligt de lat voor de nieuwe Supra niet bepaald laag.
De aanloop naar het verschijnen van het productiemodel is meer dan lang genoeg geweest, al in 2014 stond in Detroit de FT-1 te schitteren. Om van die concept tot een productieauto te komen, was waarschijnlijk niet het makkelijkste project wat Toyota ooit heeft gedaan. Samenwerking met BMW leverde niet alleen maar positieve reacties op, maar de Supra is belangrijk genoeg om die storm te willen doorstaan. Net als de NSX en GT-R is de Supra een icoon, helemaal als je bedenkt hoeveel mensen de Supra zagen schitteren in de Fast and the Furious films. Het is misschien niet ieders smaak, maar impact hadden de films wel.
De historie van de Supra begon natuurlijk al ver voor de films, de eerste generatie verscheen al in 1978 en in 2002 zwaaide de vierde generatie af. Al deze auto’s hadden een belangrijk technisch kenmerk gemeen: voor de aandrijving zorgde een zescilinder benzinemotor in lijnvorm. Inderdaad het motorconcept waar ze in Beieren ook wel raad mee weten. Nog verder terug in de tijd was er de schitterende Toyota 2000 GT die ook al een zes-in-lijn had. Het was inmiddels wel duidelijk welke motor er onder de motorkap van de Supra zou moeten komen, klein probleempje: Toyota bouwt op dit moment geen zes-in-lijn. Om dat wel te gaan doen, zou een te grote investering vergen. Daarbovenop komt dat de business case voor de ontwikkeling, bouw en verkoop van een sportwagen de laatste jaren behoorlijk verslechterd is. Samenwerking was de enige optie, net zoals Toyota dat al met Subaru deed voor de GT86.
Voor de ontwikkeling trokken BMW en Toyota dus samen op, een complex proces dat ook dwars door culturen heen gaat. Bij BMW zijn ze bijvoorbeeld gewend om veel van de ontwikkeling “virtueel” te doen door simulaties uit te voeren. Bij Toyota willen ze sneller in het proces al rijden met een prototype en zo kwam dat er een hele speciale 2-serie werd gebouwd met de bijnaam Fullrunner. Om de dimensies en het bijbehorende weggedag te kunnen testen, werd de zaag in een 2-serie gezet. Het dak werd lager, maar ook uit het midden werd een stuk gezaagd om zo de proporties van de toekomstige Supra (en Z4) uit te kunnen proberen.
Na de keuze voor het platform scheidden de wegen van de ontwikkelteams zich om beide auto’s genoeg eigen karakter te geven. Alleen afgaand op het uiterlijk is die missie zeker geslaagd en mag Toyota ook de overwinning claimen. De Supra smoelt beter dan de Z4, hoewel de coupé er vaak beter uitziet dan de bijbehorende roadster. De vormtaal is lekker agressief en geeft je als kijker al het gevoel dat de Supra een serieus stuk hardware is om mee te sturen. Grote wielen in combinatie met een niet al te lange wielbasis en grote spoorbreedtes stralen uit dat de Supra lekker aan de weg gaat plakken. Kritiek hebben is overigens net zo makkelijk, wat alle extra roosters die te vinden zijn op het bodywork van de Supra zijn nep.
Onder de motorkap
De voorlaatste Supra had het befaamde 2JZ-GTE drie liter twinturbo zes-in-lijn blok met 330 pk en 441 Nm aan koppels. De nieuwe Supra krijgt het van BMW afkomstige B58 blok die dankzij een enkele twinscroll turbo 340 pk en 500 Nm eruit schopt. Het maximale vermogen levert de drieliter tussen 5000 en 6500 toeren per minuut, wat wel het gevoel geeft dat doortrekken tot aan de rode lijn weinig zin heeft. Dat heeft wel, maar echt lekker sportieve blokken geven in het laatste deel van het toerenbereik nog die extra duw.
De voorlopige enige keuze qua bak is de ZF automaat met acht versnellingen. De bak schakelt snel genoeg, maar heeft soms geen zin om terug te schakelen. In deze moderne tijd is de handbak bijna definitief op retour, maar wie weet probeert Toyota het nog eens met een extra pedaal.
Dankzij goede tractie en standaard launchcontrol sprint de Supra in 4,3 seconden naar de 100 en haalt een topsnelheid van 250 km/u. Deze aandrijflijn in deze auto maakt wel dat je te makkelijk een tikje tot deze-boete-wil-ik-niet te hard gaat. De remmen hebben het er soms moeilijk mee, op het circuit was het sowieso na een paar rondjes al klaar. Op de weg trad er ook wel wat fading op, het Brembo-remsysteem met vier zuigers, geventileerde remschijven aan de voorzijde en een zwevende, enkele zuiger aan de achterzijde, was minder op de taak berekent dan je zou hopen.
Het rijden
Verder is de Supra qua rijden een snoepje, mijn grootste kritiek is eerder ook uit te leggen als compliment. Sta me toe dat even toe te lichten: bij de GT86 ging Toyota er prat op dat deze op dezelfde banden (maten en soort!) als de Prius stond. Dat is een goedkope maat die niet al te veel grip biedt, zodat je wat meer kan spelen met de auto. Was je op zoek naar een betere wegligging, dan was de eerste stap met een setje andere banden snel gezet. Voor de Supra hebben ze die stap maar meteen gezet: de banden zijn voor moddervet: 255/35 ZR 19 en achter nog vetter: 275/35 ZR 19. De engineer kozen bovendien voor erg plakkerig rubber in de vorm van Michelin Pilot Super Sports. Grip is er dus ohne ende en om de Supra aan het glijden te krijgen zal je echt je best moeten doen. Dat doen we op zich graag, maar de Supra is daardoor minder speels dan je wellicht van een achterwielaandrijver met 340 pk verwacht.
Qua weggedrag is de Supra minder M140i en meer een 718 Cayman. Onderstuur is er amper, feedback van de besturing wellicht ook wat weinig, maar dankzij de korte wielbasis van 2470mm verandert de Supra supersnel van richting. De bewegingen van de carrosserie zijn minimaal, de adaptieve dempers doen hun werk het beste in de sport-stand (de normale stand is zachter).
Op de achteras is een elektronisch aangestuurde differentieel gemonteerd die van 0 naar 100% kan sperren onder acceleratie, maar ook actief is onder deceleratie. Gebrek aan tractie was er door het moddervette rubber wellicht toch al niet, maar dankzij het sper wordt die nog verder vergroot. Het differentieel werkt op de openbare weg naadloos en ongemerkt, op het circuit kreeg de hardware na een tiental gedrifte bochten te warm. Niet echt een probleem wat je dagelijks gaat tegenkomen, tenzij je er driftcursussen mee gaat geven.
Om een hairpin uit te driften zal je wel overtuigingskracht moeten hebben, alleen op power gaat het niet gebeuren op droog. Pas als er veel snelheid de bocht mee wordt in genomen, laat de achterkant zich verleiden tot een lekkere glijpartij. Wees wel kordaat, want dankzij de hoeveelheid grip is de tractie ook zo weer terug, de drift ten einde en schiet de Supra als een kogel de bocht uit.
Interieur en de rest
Mocht je net als ikzelf in je jeugd genoeg Pokon door je Brinta gemengd hebben gekregen, pas dan op bij instappen. Het dak is laag en de deuropening is krap, wat tot resultaat had dat mijn lijf wel naar binnen was, maar mijn hoofd daar nog even een momentje extra voor nodig had. Binnenin is het net ruim genoeg voor mijn 1 meter 94, de kleine ruiten doen daarbij wel een impressie van brievenbussen. Gelukkig kwamen we in Spanje weinig verkeerslichten tegen (die kan ik namelijk amper zien), maar wel genoeg rotondes (gna, gna). Het zicht naar achter is nog beroerder, maar gelukkig is de achteruitcamera standaard. De rest van de uitrusting is ook extreem goed, een greep eruit omvat Adaptive Cruise Control, adaptieve LED koplampen met automatisch grootlicht, een variabel onderstel, lederen bekleding, twee 8,8 inch schermen voor infotainment en in het dashboard. Het dashboard is ook echt gaaf met een toerenteller met 3D-effect. Bij veel van de knoppen is te zien dat ze afkomstig zijn van BMW, maar dat is op zich niet heel erg. De Supra heeft ook genoeg eigen karakter.
Prijs en concurrentie
Of je de Supra een dure Toyota of een goedkope sportauto van dit kaliber vindt, hangt wellicht af van hoe je de Supra in eerste instantie bekijkt. Als nieuw hoofdstuk in het iconische boek Supra is de nieuweling zijn aanschafprijs van 81.995 euro zonder meer waard. Qua value for money verslaat de Supra de Cayman met twee vingers in zijn neus, terwijl qua karakter ze best dicht bij elkaar zitten. Best een prestatie van Toyota Gazoo Racing, die tekende voor de ontwikkeling van de Supra. Helaas gaan we ze waarschijnlijk onverdient te weinig zien in Nederland, zonde want de Supra verdient ook zijn plek in de garage van de Nederlandse petrolhead.
Bron: autoblog.nl
Laat wat van je horen