Toyota’s voornemen om een cross-over aan te bieden die volledig op de Europese smaak is gericht, resulteert in deze wild ogende C-HR. Een opvallend scherp model, dat anders is dan alle andere Toyota’s. En dat is helemaal niet verkeerd.
Toen Toyota afgelopen maart het doek van de C-HR trok, dachten de beursbezoekers van Genève aan een geintje. Hier stond een C-segment crossover, maar dan eentje die er precies zo uitzag als de concept-car van een paar jaar eerder. Maar het blijkt geen grap: deze nieuwe coupé/SUV/cross-over is gewoon te bestellen bij de Toyota-dealer en staat tussen de Yarissen en Aurissen in de showroom. Alleen de Prius en Mirai komen in de buurt als het om opvallen gaat. Maar waar de vorm van die auto’s de functie volgt, ís vorm de functie van de C-HR. Met deze auto wil Toyota nieuwe klanten trekken, een ander soort koper die zich in het huidige aanbod niet kan vinden. En dat vergt een wezenlijk andere aanpak. Vandaar dat niet alleen het uiterlijk afwijkt, maar ook de rest van de auto.
Geen moderne Toyota rijdt bijvoorbeeld zoals de C-HR. Bij het insturen rolt de koets amper om z’n lengteas, de neus duikt direct naar de binnenkant van de bocht en zelfs wanneer je het tempo opvoert, blijft de cross-over gewoon vasthouden. Pas als je hem naar de grens dwingt, gaat de neus uiteindelijk wegschuiven, maar met een klein beetje gas minderen wordt de auto gewoon weer neutraal. In dit segment zijn er maar weinig auto’s die zich zo gemakkelijk op zo’n hoog tempo laten besturen. Een direct gevolg van uitgebreid marktonderzoek, waarbij het chief engineer Hiroyuki Koba is opgevallen dat Europeanen doorgaans vlot doorrijden en obstakels liever ontwijken dan ervoor te remmen. Dat lukt met deze C-HR wel, het is misschien wel de best sturende Toyota met uitzondering van de GT86. Natuurlijk heeft dat stevige onderstel wel tot gevolg dat het comfort op slecht wegdek wat minder weelderig uitvalt. Op het doorgaans goede asfalt in ons land niet zo’n bezwaar, maar drempels en kinderkopjes komen nogal hard door in de onderrug.
Zachte materialen
Overigens zit je wel in een prettige omgeving in de nieuwe Toyota, want ook aan het interieur is veel aandacht besteed. De gevoelsmatige kwaliteit van het interieur was één van de speerpunten en dus is er gebruikgemaakt van redelijk hoogwaardige plastics, zachte materialen en een frisse vormgeving. Natuurlijk wordt het beeld iets vertekend door het feit dat we met de duurste uitvoering rijden, maar alles wat je aanraakt voelt kwalitatief goed aan en laat zich prettig bedienen. De enige uitzondering vormt het infotainmentsysteem Toyota Touch 2 Go. Dat het grafisch niet echt mooi oogt, hoeft geen bezwaar te vormen. Het reageert voor een modern systeem echter gewoon te traag op je aanraking en de menustructuur is niet overzichtelijk. Dat maakt de bediening ervan, zeker tijdens het rijden, frustrerend.
De overzichtelijkheid van de koets kan een ander nadeel zijn. Hoewel de A-stijlen dun zijn voor een goed zicht naar voren, moet je behoorlijk je best doen om te kunnen zien wat er zich in de dode hoeken links en rechts van de auto bevindt. Een gevolg van de dalende daklijn, die ook doet vrezen voor de hoofdruimte op de achterbank. Maar die valt heel erg mee. Natuurlijk moet je geen MPV-achtige taferelen verwachten, maar met een lengte van 180 cm kun je er heel behoorlijk zitten. De raampjes zijn vrij klein, waardoor het allemaal een beetje donker is, en bij het in- en uitstappen moet je opletten dat je je hoofd niet stoot. Toch overtreft het de bescheiden verwachtingen. Helemaal achterin valt het naar de maatstaven van het segment weer wat tegen; 377 liter is al niet veel en mede door de wat hoge tildrempel is de bagageruimte niet echt praktisch.
Tussengas
Motorisch houdt Toyota het voorlopig erg overzichtelijk. Diesels komen er niet, wel één conventionele benzinemotor en de Hybrid die het hybridesysteem van de huidige Prius overneemt. Dat betekent 122 pk en hoewel dat voor de 1.380 kilo wegende auto voldoende is, houdt het toch niet echt over. Zeker niet omdat het onderstel zich leent voor een vlotte rijstijl. En dat staat in contrast met het karakter van de hybrideaandrijflijn, die onder die omstandigheden veel lawaai produceert tijdens de vrij bescheiden acceleratie. Net als in de Prius zijn de verfijning en het lage verbruik grote pluspunten, maar de aandrijflijn komt in de C-HR minder goed tot z’n recht. Als alternatief is er de 1.2 Turbo. Die viercilinder levert 116 pk en 185 Nm. Het is een soepele motor met een heel prettige, handgeschakelde zesbak, die een positievere indruk achterlaat dan de automaat van de hybride versie. Niet dat de prestaties nou zoveel beter zijn, maar de motor voelt minder gestresst aan en de handbak verhoogt het rijplezier. De C-HR heeft ook een functie voor automatisch tussengas. Met een druk op de Intelligent Manual Transmissionknop synchroniseert de auto het toerental van de motor zelf bij het op- en terugschakelen. Leuk.
Prijslijst
Toch blijft het gevoel knagen dat dit onderstel meer vermogen aankan. En dat weten de technici ook, vandaar dat er achter de schermen hard wordt nagedacht over een sterkere motorisering. Of die er ooit komt, moet de tijd uitwijzen. Het zou goed passen in de mantra van meer rijplezier. Bovendien zou je dan ook meer aan de trekhaak kunnen hangen, want met maximaal 730 kilo zit een Trekauto van het Jaar-prijs er voorlopig niet in. Ondanks z’n hoge afwerkingsgraad en opvallende styling loopt de nieuwe C-HR prijstechnisch in de pas met de rest van het segment.
De prijslijst begint bij € 24.485 voor een handgeschakelde 1.2 Turbo met voorwielaandrijving in Comfortuitrusting. Net als bij de Prius krijg je een batterij actieve veiligheidssystemen onder de noemer Safety Sense. Denk dan aan Lane Departure Warning, automatisch grootlicht en adaptieve cruise control. Vanaf de Dynamic heb je ook zaken als regensensor, verkeersbordherkenning, lichtmetalen wielen en automatische airco. De meerprijs van € 2.310 die daarvoor geldt, is het overwegen meer dan waard. Voor dezelfde uitvoering met de hybrideaandrijflijn ben je € 29.495 kwijt. Vierwielaandrijving is alleen leverbaar op de 1.2T in combinatie met een CVT-transmissie. Daarmee kost de C-HR vanaf € 34.495, al heb je dan wel gelijk de duurdere Executiveuitrusting. Desalniettemin zullen de meeste C-HR’s gewoon voorwielaangedreven zijn. Gezien de dynamische capaciteiten van die uitvoering hoeft dat absoluut geen nadeel te zijn.
Bron: autoweek
Laat wat van je horen