Toyota heeft eindelijk meer specificaties losgelaten van z’n paradepaardje van hybrideland: de hagelnieuwe vierde generatie van de Prius. Begin deze maand kregen we van Toyota de gloednieuwe Prius te zien, een auto die wederom de tongen los wist te maken. Wat de Japanners onder de kap van de hybride-pionier hebben verstopt, was tot op heden niet bekend, maar daar is met ingang van vandaag verandering in gekomen.

Net als de huidige Prius krijgt de enigszins op de Mirai lijkende nieuweling een 1.797 cc grote viercilinder benzinemotor, die is gekoppeld aan een elektromotor. De 1,8-liter benzinemotor is wel gemoderniseerd. Het blok levert 98 pk bij 5.200 tpm, het koppel bedraagt 142 Nm bij 3.600 tpm. De elektromotor levert 72 pk en 163 Nm. Toyota schrijft onder andere de interne wrijving sterk te hebben teruggedrongen.

De Europese verbruikscijfers hebben we nog niet. Wel zegt Toyota dat de nieuwe Prius zo’n 18 procent efficiënter is dan z’n voorganger. Tijdens de Japanse verbruikstests is een gemiddeld verbruik van ‘ten minste’ 2,5 l/100 km gemeten. Hoe dat tijdens de Europese testcyclus uitpakt, zal nog moeten blijken.

Met z’n lengte van 4.540 mm is de vierde generatie Prius 6 centimeter langer dan het uitgaande model. De wielbasis blijft met 2,7 meter overigens gelijk. De compactere accupakketten zijn nu onder de achterbank verwerkt. De bagageruimte is dankzij een langere overhang aan de achterzijde toegenomen, en wel met 57 liter tot 502 liter. Ook wat rijeigenschappen betreft, moet de nieuwe Prius z’n voorganger overtreffen. Een nieuwe ophanging in combinatie met het nieuwe TNGA-platform moet de Prius dynamischer maken. De Japaneners zeggen dat de stijfheid van de koets zelfs met 60 procent is toegenomen.

Nieuw is E-Four, een optioneel systeem, waarmee de Prius een vierwielaandrijver wordt. Een extra elektromotor krijgt dan achterin z’n plek, een krachtbron die de overige twee motoren helpt met het aandrijven van de achteras. De Prius E-Four moet het dan wel met een krappere bagageruimte (457 liter) stellen.

bron: autoweek.nl