
Via Autovandaag.nl > De eerste kennismaking met de Kia Picanto was veelbelovend. De vraag rees of de nieuwe Koreaanse spruit het stokje over zou kunnen nemen van één van de best verkochte stadsauto’s, de Toyota Aygo. Is er met de kleine Kia daadwerkelijk een kaper op de kust? Dat gaan we uitzoeken in een dubbeltest!
De kleintjes uit het A-segment worden steeds volwassener en mogen eigenlijk al geen stadsauto’s meer genoemd worden. Diverse merken benutten die ontwikkeling immers met nieuwe modellen; denk bijvoorbeeld aan de Toyota iQ en smart fortwo. Geen wonder dat de compacte klasse een steeds groter aandeel heeft in de autoverkopen, zeker in het ‘groen gezinde’ Nederland. De Toyota Aygo en zijn vrijwel identieke broertjes C1 en 107 zie je dan ook op elke hoek van de straat (en snelweg).
Dagrij-LED’s
Ondanks dat de Aygo alweer sinds 2005 op de markt is ligt het guitige uiterlijk met ronde vormen nog steeds prima op ons netvlies. Toyota biedt hierbij nog allerlei mogelijkheden om het koetsje verder op te leuken. Met striping en een spoiler of – zoals in ons geval – met zwarte lichtmetalen wielen en een dak met koolstofvezel look. Toe maar! Het privacy glass en de witte lak van de Dynamic Navigator uitvoering die we hier testen maakt zijn aantrekkingskracht door het opvallende contrast alleen maar groter. Kek wagentje. Ons Kiaatje straalt schattig met Alice Blue-lak en een setje lichtmetalen wielen. Zijn design komt – geheel volgens het nieuwste Kia-DNA – scherper uit de hoek dan de Japanner. Vooral de neus vinden wij geslaagd en oogt verfrissend maar ook volwassen. De niet te missen familiegrille werpt hier zijn vruchten af. Uniek in deze klasse zijn de aanwezige LED-jes in de koplampen ten behoeve van de dagrijverlichting, onderdeel van het Exterior Pack. Zonder dit pakket is er halogeenlicht verwerkt onderin de voorbumper en mis je verder lichtmetaal, mistlampen en in kleur gespoten deurgrepen en buitenspiegels.
Speels of volwassen
Na instap gaan beide kleintjes ook hun eigen weg. Toyota heeft voor een speelse benadering gekozen en het interieur opgeleukt met piano-lak accenten, maar houdt de opzet simpel. Daarom zijn er geen grote kunststof deurpanelen die de carrosserie afdekken en missen we een dashboardkastje (wel optioneel verkrijgbaar). Ook kun je met het paneeltje voor de elektrische ramen aan de bestuurderszijde alleen de ruit links laten zakken en blijft het hoedenplankje met één in plaats van twee touwtjes overeind. Het zijn details die niet het eind van de wereld betekenen want het scheelt immers in de kostprijs per auto en daar is het koperspubliek uiteindelijk alleen maar bij gebaat. Anno 2011 lukt het Kia echter volwassener uit te pakken zonder daar meer voor te rekenen. Niet met zijdezachte materialen (die de Aygo evenmin heeft) maar wel met uitstekende bouwkwaliteit en verfijnde details zoals een armsteun in de deurpanelen met volledige raambediening, een drie-keer-knipperen-knipperlicht en – jawel – een regelbare ruitenwisserinterval. Tegen meerprijs is ook stuurbediening voor radio en telefoon voorhanden. Leuk bedacht is het tweespaaks stuurwiel met lichte inleg, iets dat overigens standaard is op elke Picanto. De stoelen zijn groter dan in de Aygo, staan verder van het stuur af en zijn beter gevormd; de vlakke zittingen in de Toyota bieden geen houvast in bochten. Het ingebouwde (maar ook uitneembare) TomTom navigatiesysteem met 4.3 inch touchscreen bovenop het dashboard is standaard op deze Aygo en geeft ons wel grip op de drukke stad. Met dank aan de doordachte software van TomTom is navigeren een peulenschil en kunnen zuignappen en opladers thuisblijven. Bluetooth-functionaliteit is inbegrepen dus handsfree bellen kunnen we ook; wat wil je nog meer? Hiermee heeft Toyota een primeur voor het A-segment in handen.
Op de achterbank is het duo aan elkaar gewaagd. Zowel de Aygo als Picanto bieden door hun twee extra portieren een redelijke instap. Bij beiden is het inschikken om als volwassene plaats te nemen maar het gaat allemaal net; zo zijn deze zitplaatsen zeker wel bruikbaar. Helemaal achterin krijgt de Picanto de smaak te pakken. De opening van de bagageruimte is groter omdat de achterklep ook echt een klep is. Wie iets in de Aygo inlaadt opent feitelijk alleen de achterruit. Ten behoeve van enig zitcomfort op de achterbank is de leuning wat schuiner geplaatst en dat wreekt zich nu op met inladen van bagage (noodgedwongen) van bovenaf; veel diepte is er niet. Daar komt bij dat het hoedenplankje in de Aygo eigenlijk in de weg zit. Je kunt dus het beste boodschappen doen met de Picanto en een blik op de specificatielijst bevestigt dat de Kia ook aanzienlijk meer liters beschikbaar heeft.
Driepittertjes
Onder de motorkap heerst er eensgezindheid met een driecilindermotor en een liter inhoud. Ook in vermogen; het is 68 om 69 pk en circa 93 Nm waarvoor minimaal 3500 toeren gemaakt moet worden. Hoe die driepitterkracht uit de verf komt is wel verschillend. De Kia-motor is optimaal ingekapseld en geeft qua trillingen en geluidsproductie nauwelijks te kennen een cilinder te missen. Vijf niet al te lange versnellingen mogen de kracht verdelen en zo komt de Picanto redelijk op snelheid. Bij de introductie viel het al op dat de driecilinder zijn energie er niet dik bovenop legt en zelfs wat lui aanvoelt. De gasrespons is in eerste instantie goed, maar zodra je het pedaal verder intrapt neemt het acceleratieniveau niet toe. Een slim gevalletje gaspedaal afstellen. Het kan echter niet verhullen dat de eenliter niet de meest sprankelende in zijn klasse is.
De Toyota-aandrijflijn is nog meer ingesteld op zuinigheid. De versnellingen zijn langer en vergen daardoor in een aantal gevallen een ander schakelgedrag om met het verkeer mee te komen. Een rotonde in 3 nemen resulteert dan in gekibbel van de driepitter. Ook houdt de trekkracht in vijf te wensen over, aangezien het motortje dan slechts 3100 toeren draait (en de 1.0 in de Kia bijna 400 toeren meer). Het is dan zaak om terug te schakelen, wat overigens helemaal niet resulteert in compleet kabaal. Tenzij je voor maximaal vermogen gaat en terug naar drie moet, waarin je makkelijk 130 kunt aantikken om even ‘vlot’ in te halen. Niet de motor maar afrolgeluiden van de banden uit de wielkasten vullen het interieur met decibellen. In de Picanto is het beduidend stiller; er heerst haast ongebruikelijk veel rust in de cabine. Hier zet de Kia nieuwe maatstaven in dit segment.
Aygo stuurt fijn en is zuinigst
Welke het lekkerste rijdt? Die vraag is niet eenduidig te beantwoorden. Ondanks zijn lange versnellingen (of misschien wel: dankzij) is de Aygo sneller uit de startblokken en heeft hij – in het juiste verzet – bij lage toeren net iets meer daadkracht in huis. Bovendien roept z’n besturing geen vraagtekens op en die van de Picanto wel; de bekrachtiging zorgt voor een opvallende weerstand wanneer het stuur recht staat. Op de snelweg lijkt het rad daardoor niet zo graag uit koers te willen raken; je moet die weerbarstigheid even overwinnen. Die eigenschap werkt ook andersom want wanneer je het stuur net uit het lood zet en loslaat, centreert het zich niet. Het went overigens snel en is heus niet zo’n halszaak maar de Aygo stuurt foutloos. Zo moeilijk kan het toch niet zijn?
De zuinigste van het stel is de Aygo. Zijn driepitter vereiste slechts elke 17.6 kilometer een liter Euro95, waarbij de airco regelmatig ingeschakeld is geweest. De boordcomputer in de Picanto verklapte al dat de Koreaan deze waarde minder makkelijk haalt. Vooral als je snelwegkilometers mee maakt – hij maakt immers meer toeren en dat kost brandstof. Met een gemiddeld verbruik van 1 op 17 hoeft Kia zich echter helemaal niet te schamen. Het verschil is bovendien te klein om ‘m er voor te laten staan.
In de aanschafprijs zit eveneens nauwelijks verschil. Toyota vraagt voor de vijfdeurs Aygo Navigator met lichtmetalen wielen op vijf euro na evenveel als de Picanto 1.0 airco met Comfort- en Exterior Pack, die tegen inlevering van 11185 euro voor de deur staat. De uitrusting is in grote lijnen gelijk met elektrische ramen, airco, lichtmetaal, stuurbekrachtiging en een radio/cd-speler met zes speakers en USB/iPod-aansluiting. Kia maakt het verschil met extra airbags (zes in totaal), raambediening achter, elektrisch bediende en verwarmde spiegels en een boordcomputer, Toyota heeft het bijzonder praktische navigatiesysteem en Bluetooth carkit als troefkaart.
En dus…
Rest ons het antwoord op de vraag; kan de Picanto het stokje van de Aygo en zijn aanverwanten overnemen? Feitelijk wel. De Picanto laat zien dat het niveau in het A-segment is aangescherpt, met name door verfijning in isolatie, zitcomfort en details zoals bepaalde bediening. Bovendien heeft de Koreaan een grotere bagageruimte die beter toegankelijk is; neit onbelangrijk bij een ‘boodschappenauto’. De Aygo presteert makkelijker en is nog zuiniger, maar vraagt zijn schakelmomenten vragen gewenning. Kia zou nog even naar de besturing moeten kijken en de eenliter energiedrank injecteren. Tegen een geringe meerprijs van 500 euro is er echter een 1.2 als prettig alternatief, weten we uit ervaring. Op basis van capaciteiten en het verwachtingspatroon bij aankoop van modellen uit deze klasse wint Korea dit duel uit het A-segment. Het imago van de Aygo als zuinige, betrouwbaar kleintje is echter ijzersterk en dus is het afwachten hoe snel het publiek ‘overstag’ gaat om de Kia-dealer te bezoeken. Zeven jaar fabrieksgarantie biedt al enige zekerheid…
Meer foto’s en video’s kun je vinden op: Bron: autovandaag.nl
Ik denk dat ik de Kia Dealer dit weekend maar eens ga bezoeken!
Wauw haha! Ik ga binnenkort ook maar eens een kijkje nemen bij mijn dealer 😀