Om maar meteen met de deur in huis te vallen: je moet deze auto zien als een buitengewoon rationele auto; echt warm zul je er niet van worden, maar als partner voor alledag is hij erg geschikt. Om te beginnen is de grote Toyota, vooral in deze Wagonuitvoering, erg praktisch. Hij heeft een enorme bagageruimte en slaat als pakezel geen modderfiguur. Die laadruimte is prima toegankelijk en netjes afgewerkt. Het is alleen jammer dat de achterklep niet wat verder opent. Langere personen zullen moeten bukken om niet met hun knar tegen de klep te stoten. De ruimte is voorzien van een ‘dubbele bodem’ en daarnaast twee aluminium rails waar je een net of hekje aan kunt bevestigen om het schuiven van bagage tegen te gaan. De capaciteit van de laadbak is van de standaard 543 liter uit te breiden naar een forse 1.609 liter.

Instappen dan maar. Je kunt al vrij snel een goede plek achter het stuur vinden. Jammer is wel dat de bestuurdersstoel naar onze smaak niet laag genoeg kan worden ingesteld, al weten we dat veel chauffeurs een hogere zitpositie juist prettig vinden. De Toyota-zetels zijn goed, maar de zijdelingse steun ervan houdt niet over. Voor ’t dashboard geldt dat er op het gebied van ergonomie, materiaalgebruik en afwerking weinig op aan te merken valt maar dat het dankzij de fantasieloze kleurstelling ook hoge ogen zou gooien bij de verkiezing ‘saaiste dashboard in het D-segment’.

Prima krachtbron

De viercilinder lijnmotor van Toyota is een prima krachtbron, waar eigenlijk maar weinig op aan te merken valt. Hij doet gewoon wat hij moet doen, zonder poespas. Op constant  snelwegtempo houdt hij zich netjes op de achtergrond, alleen bij vol accelereren laat hij van zich horen. Dat wordt versterkt door de CVT-automaat, die op een vrij constant toerental (tussen de 5.000 en 6.000 tpm) blijft hangen om optimaal gebruik te kunnen maken van het vermogen. Verwacht geen DSG-achtige reacties van deze bak. De traploze automaat, die kunstmatig is verdeeld in zeven ‘versnellingen’, neemt wat meer z’n tijd en schakelt bovendien al bij lage toerentallen op, bij normaal accelereren in stadsverkeer al rond de 1.000 tpm. Alles om het verbruik te drukken. De bakreacties zijn bij handmatig schakelen (alleen via flippers aan het stuur) iets sneller, maar in feite gebruik je dit alleen in bergachtig gebied.

De rijbeleving is wat afstandelijk; je zou wat meer feedback van het onderstel verlangen. Dat is wel weer mooi stil, waardoor de rolgeluiden onbedoeld opvallen. Op het gebied van prestaties heb je weinig te klagen, met een sprint van nul tot honderd in 11,3 tellen. Dat komt precies overeen met de opgave van de fabrikant. De topsnelheid bedraagt op de kop af 200 km/h. Daarbij blijft de brandstofconsumptie binnen de perken. Een testverbruik van 1 op 11,9 is voor een auto van dit formaat keurig.

De Executive Business-uitvoering waarmee wij reden, was voorzien van leren bekleding, full map-navigatie, verwarmbare  en elektrisch verstelbare stoelen, achteruitrijcamera en een elektrisch verstelbaar stuurwiel. De prijs blijft desondanks netjes. Toyota heeft met de Avensis Wagon dus gewoon een scherpe aanbieding in huis.