De Auris moest de saaiheid doen vergeten waarmee de Corolla het merk Toyota vertegenwoordigde in de compacte middenklasse. De nieuwe, gouden wonderboy moest het gaan maken in het C-segment. Komt de pot met goud aan het einde van de regenboog met de nieuwe 1.3 in zicht?

 

Bij Toyota hebben ze het motorengamma van de Auris op de schop gegooid. Zo heeft de 1,4-liter het veld moeten ruimen en is er onder meer een 1,3-liter met 100 pk bijgekomen. We zijn erg benieuwd naar de nieuwe motor, die over start-/stoptechniek beschikt en die de Auris een A-label bezorgt. Toch is het jammer dat de Japanners op downsize-gebied nog geen  weerwoord hebben op de Europeanen. Een 1,3-litermotor die een 1,4-liter vervangt lijkt Downsizing pur sang, maar omdat de krachtbron het zonder turbo moet stellen en pas bij 3.800 tpm slechts 132 Nm in de strijd werpt, is dit een staaltje downsizing zoals het niet bedoeld is.  Want het blok loopt niet over van levensvreugde. De schakeladvieslampen lichten al snel op, als teken dat de zesbak in een hoger verzet kan. Rijd je in zes de Brienenoord  brug op met een gangetje  van 100 km/h en geef je gas bij, dan gebeurt er niets!  Dus terugschakelen, maar dat is weer niet goed voor het verbruik. Daar staat weer tegenover dat de motor zichzelf bij stilstaande auto uitschakelt.

Het start-/ stopsysteem werkt alleen als je de bak in z’n vrij zet en de voet van de koppeling haalt. Bovendien zit er een Eco off-knop  op het dash, waarmee je het systeem buitenspel kunt zetten. Maar als je voor de Auris kiest, ga dan voor de 1,6-liter die er gelukkig nog altijd is.

 

Vlakke vloer

Zoek je de ruimte, maar wil je geen MPV, dan heb je aan de Toyota Auris een goeie. Want ruim is-ie, vooral op de achterbank. Een vlakke vloer voor de achterpassagiers maakt van de Japanse hatchback een ware vijfzitter. Voorin geeft de Auris je ook een MPV-gevoel. Het komt door de hoge zit, het hoge dashboard en de positie van de versnellingspook, die boven op een soort brug staat die vanaf het dashboard naar de tunnelconsole loopt. Wel missen we rondom de bestuurdersplaats ruimte om los spul op te bergen. Hier en daar zien we glimmende materialen, de tellers zijn oranje. Zo klein als de overgang van Corolla naar Auris qua exterieurdesign was, zo groot was de stap die de interieurontwerpers maakten. Helaas is het stuur beperkt verstelbaar, bovendien staat het behoorlijk schuin. Het navigatiesysteem is standaard. Daaronder bevindt zich de bediening van de airco, waar je zonder al te veel moeite wijs uit wordt. De stoelen hebben lange zittingen en hoge leuningen, maar zijn wel erg vlak.

Als het gaat om het rijden, is de Toyota niet zo uitgesproken. Hij doet zijn ding, maar blinkt qua rijden nergens in uit.  En dat maakt de auto samen met deze motor gewoon erg saai. Hij stuurt licht, schakelt licht, maar geeft je weinig gevoel. Jaag hem hard een bocht in en de auto volgt je commando’s op, geen centje pijn, maar spannend is de Auris zeker niet.

Zoals je gezien de naam zou verwachten, beschikt deze Aspiration Navigatoruitvoering

Inderdaad over een navigatiesysteem met een groot scherm en er zit ook een Bluetooth-systeem bij voor handsfree telefoneren. Lichtmetalen wielen zitten er niet standaard onder. Verder mist de Aspiration Navigator stabiliteits- en tractieregeling, maar daar stelt-ie weer een knie-airbag tegenover.

Bron: autoweek.nl