Op de eerste plaats probeert Toyota dat met een (iets) agressiever uiterlijk en een interieur dat met fraaiere materialen is aangekleed. De concurrentie zal er niet van in paniek raken, maar de Auris ziet er ontegenzeggelijk moderner uit. Nieuw zijn ook een serie veiligheidssystemen – die we kennen van Toyota’s luxemerk Lexus – om onder meer een kopstaartaanrijding te voorkomen. Het belangrijkste nieuws ligt echter onder de kap en dat is de nieuw ontwikkelde 1.2 viercilinder turbomotor met 116 pk en 185 Nm. Standaard gekoppeld aan een handgeschakelde zesbak en de zakelijke rijder moet uitwijken naar de cvt-automaat om van 20% bijtelling te profiteren.
We rijden de handgeschakelde versie en daarmee weet de 1.2T geen nieuwe maatstaf te zetten. Hij is voldoende sterk en behoorlijk stil, maar de compacte turbomotoren van bijvoorbeeld Volkswagen en Renault zijn soepeler en voelen sterker. Zoals zo vaak heeft dat alles met de lange overbrengingen van de versnellingen te maken. Daardoor voelt de motor zelden enthousiast aan, is de gasrepons loom en loopt hij traag door zijn toerenbereik heen. Niet zo verwonderlijk, want het vierde, vijfde en zesde verzet zijn spaarversnellingen! De prijzen voor de nieuwe benzineversie starten bij 23.795 euro voor de hatchback, de stationwagen, die nogal ambitieus Touring Sports wordt genoemd, is er als 1.2T voor minimaal 25.095 euro. Voorts is de ooit zo populaire hybride versie aangepakt, waardoor hij weer 14% bijtelling heeft en is er een nieuwe – erg fijne – 1.6 diesel van BMW, maar daarover leest u binnenkort meer in Autovisie Magazine.
bron: telegraaf.nl
Laat wat van je horen